20 februari 2014

Energie en klimaatbeleid

Behandelvoorbehoud Kader klimaat en energie 2030

Groot-Brittannië heeft te kampen met grote wateroverlast. De extreme weersomstandigheden hebben zelfs al enkele mensenlevens geëist. Dergelijke extreme weersomstandigheden zien we steeds vaker. Dat heeft te maken met klimaatverandering. Ook de mens levert hier in meer of mindere mate een bijdrage aan. Het is daarom goed dat Europa de schouders zet onder goed energie- en klimaatbeleid.

Ik noem ook het belang van een betrouwbare energievoorziening. Europa importeert nu 60% van haar energie en bij ongewijzigd beleid kan dat in 2030 uitkomen op 80%. Willen we zo afhankelijk blijven van Poetin en sjeik Al Maktum? Wat de SGP betreft niet. We moeten werk maken van onze eigen energievoorziening. 

De SGP vindt dat de CO2-doelstelling en het CO2-emissiehandelssysteem leidend moeten worden. Daar zijn nog stevige stappen voor nodig. Als de CO2-prijs voldoende hoog is, zal het bedrijfsleven automatisch op zoek gaan naar ofwel besparing ofwel benutting van duurzame energiebronnen. De duurzame energieproductie wordt dan vanzelf aangezwengeld. De SGP vindt het daarom goed dat de Europese Commissie er niet voor kiest om elke lidstaat een separate doelstelling voor duurzame energie op te leggen. Er zal een verschuiving moeten komen van het subsidiëren van windmolens naar het beprijzen van CO2-emissie. Gaat het kabinet zich hiervoor inzetten?

We moeten nuchter blijven. De CO¬2-uitstoot van China stijgt onverminderd door, terwijl het nu al voor bijna éénderde van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen zorgt. Ook andere werelddelen moeten in beweging komen. Gaat het kabinet inzetten op een voorwaardelijke Europese doelstelling, dus 40% als de rest van de wereld niet in beweging komt en meer dan 40% als de rest wel serieus aan de slag gaat? 

We moeten ook  rekening houden met het waterbedeffect. Als de boog te strak gespannen wordt, vertrekken energie-intensieve bedrijven naar andere werelddelen en schiet het klimaat er weinig mee op. Als de olieprijs daalt omdat Europa minder verstookt, zien energieslurpende landen ruimte om een schepje erbij te doen. We moeten ons hier níet door laten leiden, maar er wél rekening mee houden. We willen voorkomen dat onze energie-intensieve industrie naar China c.s. vertrekt om daar onze zonnepanelen en auto’s te gaan produceren. Dat is de wereld op z’n kop. In het energieakkoord is afgesproken dat werk gemaakt wordt van de borging van de positie van internationaal concurrerende bedrijven. Gaat het kabinet hier prioriteit aan geven?

Allerlei wilde plannen voor verduurzaming van de energievoorziening blijven luchtspiegelingen als de energie-infrastructuur en de interne energiemarkt niet meebewegen. De SGP krijgt de indruk dat Brussel hier meer mooie woorden aan wijdt dan dat er op korte termijn stevige stappen gezet worden. Vindt de staatssecretaris ook dat de basis op orde moet zijn, voordat ambities afgedwongen worden? Een goede energiemarkt en –net is het halve werk.

Tot slot. In de stukken lees ik weinig over aanpassing aan klimaatverandering, de zogenaamde klimaatadaptatie. Dat is minstens zo belangrijk als het afremmen ervan. Kijk naar Groot-Brittannië. Wetgeving vanuit Brussel is niet nodig. Maar, zeggen de dominee en de koopman, we kunnen de gelegenheid wel benutten om klimaatadaptatie te agenderen en onze expertise in de etalage te zetten.