25 januari 2012

Inzicht in partijgelden

SGP stemt in met wet die meer inzage geeft in de giften aan politieke partijen.
Overigens moeten we ons niet blindstaren op mogelijke beïnvloeding via de financiën. Ook via andere kanalen kan de onafhankelijkheid van partijen in het gedrang komen.

Wet financiering politieke partijen (32752) en Wijziging van de Wet subsidiëring politieke partijen met het oog op verlaging van de subsidies (31906)
Plenair debat – 25 januari 2012
C.G. van der Staaij (SGP)

Politieke partijen hebben een belangrijke functie binnen ons staatsbestel. De regering zegt hierover dat ze een ‘onmisbaar element vormen in het democratisch bestel. Politieke partijen nemen een belangrijke intermediaire positie in tussen de staat en de samenleving en zijn van groot belang voor het goed functioneren van de representatieve democratie.’ 

Stevige wortels
De SGP deelt deze opvatting. Ideaal gesproken zijn politieke partijen stevig geworteld in de samenleving, met een grote achterban. Helaas is slechts zo’n 2,5% van de burgers van ons land lid van een politieke partij. Het zou aanbeveling verdienen om de band tussen politieke partijen en de inwoners van ons land te versterken – bijvoorbeeld door bij de subsidieverlening nadrukkelijker aan te sluiten bij ledenaantallen. Dat past ook in de moderne benadering dat subsidie samen dient te gaan met een bepaald maatschappelijk draagvlak.

Het vertrouwen in politieke partijen is betrekkelijk laag, zelfs veel lager dan bijvoorbeeld het  vertrouwen in de Tweede Kamer als instituut of de regering.  Toch blijft ook anno 2012 gelden dat politieke partijen een belangrijke functie hebben: bij het werven en selecteren van kandidaten voor politieke functies; bij het formuleren van politieke standpunten; het wegen van die standpunten in het licht van een samenhangende, algemene maatschappij- of wereldvisie; en bij het vergroten van de maatschappelijke betrokkenheid bij politiek en overheid.

Onafhankelijk
Politieke partijen zijn zelfstandige organisaties, los van de overheid. Zij maken dan ook geen deel uit van de publieke sfeer, al zijn zij publiek actief. Die zelfstandigheid moet zoveel mogelijk gewaarborgd worden, omdat zij dan des te beter een tegenmacht kunnen vormen tegen de regering of de meerderheidsopinie.

Onze Grondwet kent zelfs het begrip politieke partij niet. Ook verder komt dit begrip nauwelijks voor in de wet. De Raad van State voert dan ook aan dat het overweging verdient om een algemene bepaling op te nemen over politieke partijen. De SGP kan zich echter goed voorstellen dat de regering hier niet voor kiest, omdat verstatelijking anders in de hand gewerkt wordt. Juist onafhankelijkheid en zo min mogelijk regels zijn belangrijk.

Het uitgangspunt voor politieke partijen is dat zij zelf hun financiering regelen door middel van het werven van leden. Financiering door de overheid is dan ook geen basiseis, maar een facilitering van de belangrijke democratische functie van partijen. Betrokkenheid van burgers wordt ook verondersteld door als minimumeis voor subsidie een aantal van 1000 leden op te nemen in de wet. Dat is een duidelijk criterium dat verder geen inhoudelijke bemoeienis van de overheid met de partijen inhoudt. Het is op die manier duidelijk dat er draagvlak is.

Over de bezuinigingen op politieke partijen is veel te zeggen in het licht van de verminderde mogelijkheden voor democratische controle, maar gezien de grote bezuinigingsopgave van dit kabinet, is het billijk dat ook de politieke partijen zelf een bijdrage leveren. Reden te meer om dat weer te compenseren door het werven van extra leden.

Giften
De nieuwe wet is in belangrijke mate een kopie van de bestaande Wet subsidiëring politieke partijen. Met name de nieuwe regels over giften en openbaarheid vragen de aandacht.

Het is een goede zaak dat ongewenste inmenging en belangenverstrengeling wordt voorkomen. Toezicht op de hoogte van de giften en registratie van de schenker  van dit bedrag zijn echter wel middelen die potentieel een bedreiging vormen voor het stemgeheim en de geheimhouding van politieke betrokkenheid. Als iemand er zelf voor kiest open te zijn over zijn partijvoorkeur, is dat zijn persoonlijke keuze. Maar als iemand zoveel betrokkenheid voelt bij een politieke partij dat hij een hoog bedrag schenkt, hoeft dit niet meteen openbaar te zijn. 

Vanwege ongewenste beïnvloeding van partijen is er iets voor te zeggen om een grens aan te geven waarboven giften openbaar zijn. Tegelijkertijd is het maar zeer de vraag of een geldelijke bijdrage echt hét belangrijkste middel van beïnvloeding van de politieke besluitvorming is. De actieve inzet van een gokmagnaat of een bierbrouwer in een politieke partij kan bijvoorbeeld ook een stevige beinvloedingsmethode zijn…

De SGP kan zich vinden in de gekozen grens voor openbaarheid van giften. Elk bedrag is in zekere zin arbitrair, maar het in het wetsvoorstel opgenomen bedrag van in totaal 4500 euro is niet zo hoog dat effectieve beïnvloeding verondersteld mag worden. Wij kunnen ons echter niet zo goed voorstellen dat een grens van 1000 euro of 1500 euro - zoals in sommige amendementen - te verenigen is met de gewenste privacy van burgers en de geheimhouding van politieke voorkeuren. Transparantie is goed, maar voor het overige moeten de vrijheden worden behouden. Stemgeheim houdt ook in dat personen niet onnodig en buiten hun wil duidelijk hoeven te maken waar hun politieke sympathie ligt. Dat past meer in een totalitair regime wat we gelukkig in Nederland niet hebben. Dat element mag niet uit beeld verdwijnen.

Minister of Kiesraad
De SGP heeft kennis genomen van het advies van de Raad van State over het oorspronkelijke plan om de uitvoering van de wet liever niet door de Kiesraad te laten plaatsvinden. De regering heeft er nu voor gekozen om deze taak aan de Minister toe te kennen. Graag horen wij – mede in het licht van de ingediende amendementen hierover – wat nu het precieze bezwaar is tegen toekenning van deze taken aan de Kiesraad. De meeste bepalingen en criteria zijn immers zeer duidelijk.
Wellicht is een mengvorm nog een optie? Dan zou de Kiesraad kunnen adviseren, maar de minister formeel besluiten. Graag een reactie. 

Verkiezingstijd
Voor de verkiezingstijd zijn diverse zelfstandige bepalingen opgenomen. Wat maakt deze periode nu wezenlijk anders dan een normaal jaar? Kan niet volstaan worden met de algemene verplichting om grotere giften openbaar te maken?

Strafbare feiten
Artikel 35 verplicht de minister om mogelijke strafbare feiten die hij tegenkomt, te melden bij het Openbaar Ministerie. De SGP vraagt zich af of een dergelijke verplichting niet reeds voldoende blijkt uit andere wetten.

Vorming raadsleden
Ten slotte nog een punt wat niet rechtstreeks met dit wetsvoorstel verbonden is. Vlak voor 1 januari is door deze Kamer een amendement aanvaard, waardoor de subsidieregeling voor de vorming van raadsleden plotseling is afgeschaft. Heeft de minister in dit verband nog overwogen om te kiezen voor een overgangsregeling?  Een nette overgangsregeling zou wel op zijn plaats zijn.