5 september 2016

Op de bres voor landbouw

Binnenkort wordt over het handelsverdrag met Canada (CETA) een knoop doorgehakt. Over TTIP, het verdrag met de Verenigde Staten, wordt in Europa nog stevig gediscussieerd. Deze handelsverdragen kunnen grote gevolgen hebben voor Nederlandse boeren en tuinders. Krijgen zij een eerlijke kans?

Laat ik het antwoord maar direct geven. Ik vrees van niet. Voorstanders van deze verdragen geven aan dat Europese productiestandaarden en regels beschermd worden. Dat klopt, maar is een halve waarheid. Als Europa zegt dat er geen chloor in de kip mag zitten, dan komt die kip inderdaad Europa niet in. Maar varkensvlees weren omdat Canadese varkensboeren niet verplicht zijn om zeugen in groepen te houden, zit er niet in.
De afspraken regelen alleen dat de geïmporteerde producten aan de Europese eisen moeten voldoen en dat buitenlandse investeerders niet af kunnen dwingen dat Europese regels bijgesteld worden. Maar ze regelen níet dat de wijze waarop buitenlandse producten geproduceerd worden aan onze eisen moet voldoen. Dat is de grote adder onder het gras. Het zorgt voor een ongelijk speelveld en zet onze boeren en tuinders op achterstand.

Feit is dat Amerikaanse en Canadese boeren aan veel minder (strenge) regels moeten voldoen. Een paar voorbeelden. In Canada zijn weinig regels voor dierenwelzijn. Er wordt gewerkt met gedragscodes, maar die zijn geheel vrijblijvend. In de VS staan nog volop legbatterijen. De VS en Canada zijn veel soepeler bij het toelaten van gewasbeschermingsmiddelen en genetisch gemodificeerde gewassen. Fabrikanten híer moeten eerst aantonen dat er geen negatieve effecten zijn. Samengevat: de verhoudingen zijn scheef.

Verschillende sectoren hebben aardig wat te duchten van CETA en TTIP. Ik noem bijvoorbeeld de varkenshouderij. Deze sector zit in zwaar weer. De ‘maatschappelijke opgave’ is groot, terwijl bedrijven nu al met rode cijfers draaien. Die zitten dus bepaald niet te wachten op een oneerlijke krachtmeting met varkenshouders aan de andere kant van de oceaan

Je kunt zeggen: waar hebben we het over? Zeker in CETA gaat het om kleine hoeveelheden als je kijkt naar de totale Europese handel. En: onder aan de streep zijn de economische voordelen toch groot? We kunnen toch niet iedereen een plezier doen?

Hier verzet ik me tegen. Dit is buitengewoon kortzichtig. De handelsstromen binnen Europa zijn veel groter dan naar landen buiten Europa. Maar de laatste hebben wél grote invloed op de prijsvorming. CETA geldt bovendien ook als aanloop naar TTIP.

Belangrijker vind ik echter dat het gewoon onrechtvaardig is. Hoe kun je met droge ogen pleiten voor meer dierenwelzijn en een beter milieu en tegelijkertijd het boeren nog lastiger maken om de meerkosten terug te verdienen?

Het is tijd om een streep te trekken. Boeren verdienen een eerlijke boterham. Onze land- en tuinbouwers moeten niet opgeofferd worden aan anderen die wél voordelen kunnen hebben van CETA en TTIP. Ik wil daarom dat kwetsbare landbouwsectoren buiten de handelsverdragen met Canada en de VS gehouden worden. Zo niet, dan moet er gezorgd worden voor concrete financiële compensatie. Anders gewoon geen handelsverdragen.

Elbert Dijkgraaf, Tweede Kamerlid SGP