13 november 2019

Pijnpunten in het belastingplan

 SGP-Kamerlid Chris Stoffer is het niet eens met de enorme verhoging van de ODE-heffing voor (glastuinbouw)bedrijven, daarnaast blijft hij het opnemen voor de positie van eenverdieners. Lees hier zijn volledige bijdrage aan het debat over het belastingplan.

"Heel veel mensen zijn lid van een vereniging.
Sommigen van bijvoorbeeld een sportvereniging, anderen van een zangvereniging.
En voorzitter, als je lid bent van zo’n vereniging moet je een bijdrage betalen.
Wellicht heeft de Staatssecretaris daar zelf ook wel ervaring mee.
Die bijdrage worden bijvoorbeeld gebruikt voor nieuwe doeltjes bij een voetbalvereniging of voor nieuwe instrumenten bij een muziekvereniging.
Zo draagt iedereen bij, op een eerlijke, rechtvaardige manier.
Als iemand uit een huishouden met twee werkenden komt, mag hij of zij niet opeens een stuk minder betalen.
En als je toevallig een glastuinbouwbedrijf heb, hoef je niet opeens meer te betalen.

Eigenlijk zou je onze samenleving ook zo kunnen zien.
Iedereen geeft een bijdrage om Nederland te laten functioneren.
In de volksmond heet dat ook wel ‘belastingen’.
Ik zat te denken: wellicht is het een idee om het voortaan een bijdragenplan te noemen..
Dat klinkt wat vriendelijker.
Maar die bijdragen moeten natuurlijk wel op een eerlijke, rechtvaardige manier vorm gegeven worden.
Ik wil graag op een paar belangrijke punten ingaan waar de belastingheffing rechtvaardiger kan.

Lasten bedrijven
En dan begin ik met de bedrijven.
Ik ga geen pleidooi houden om de bedrijven te enorm te ondersteunen.
Ons bedrijfsleven is namelijk van dusdanige kwaliteit, dat ze heel goed voor zichzelf kunnen zorgen.
Maar ze moeten we op een juiste manier behandeld worden.
En daar schort het soms wel aan.
Eerst zou de vennootschapsbelasting verlaagd worden, nu opeens niet meer.
ZZP’ers wachten met spanning op de resultaten van de commissie Regulering van Werk.
En nu wordt opeens de zelfstandigenaftrek fors ingeperkt.
Ik pleit voor een duidelijk beleid richting bedrijven en ondernemers.
Het lijkt nu vaak meer op jojo-beleid.

Zo’n verrassing komt helaas ook voor in de Wet Fiscale Maatregelen Klimaatakkoord.
Ik heb het dan over de verhoging van ODE-heffing over elektriciteit.
De derde schijf wordt opeens verhoogd met maar liefst 177%!
De energiekosten voor bedrijven stijgen enorm.
Met name voor glastuinbouwbedrijven heeft een verhoging van de lasten met tienduizenden euro’s grote gevolgen voor de bedrijfsvoering.
Tienduizenden euro’s per bedrijf, voorzitter.
Bepaalt geen klein geld.

En ik kan me voorstellen dat u denkt: ja, maar dat geld wordt toch ingezet voor de overgang naar duurzame energie.
Bedrijven krijgen op lange termijn daardoor juist een lagere energierekening.
Maar daar wringt de schoen.
Er wordt nu namelijk enorm veel geld binnengehaald, wat gewoon in de reserve duurzame energie wordt gestort.
Vanaf 2028 is die reserve bijna 1,7 miljard.
En die blijft tot 2032 1,7 miljard.
Van de jaren daarna zijn nog geen gegevens beschikbaar.
Dus, ook in de toekomst blijft het geld in de reserve.
En wordt de opbrengst van de enorm stijging van de ODE-heffing niet direct uitgegeven.

En ik weet dat er allerlei afspraken gemaakt zijn in het Klimaatakkoord.
Lastenverdeling tussen burgers en bedrijven moet anders.
De ODE-heffing zou inderdaad gaan stijgen.
Maar de huidige stijging is buiten proporties.
De glastuinbouw heeft een aparte paragraaf in het Klimaatakkoord.
Daar wordt met geen woord gerept over de ODE-heffing.
Door de stijging in de ODE-heffing werken we klimaatmaatregelen juist tegen.
Tuinbouwbedrijven hebben de afgelopen jaren enorm geïnvesteerd in duurzaamheid, velen zijn van het gebruik van gas, grotendeels overgegaan op het gebruik van elektriciteit.
En daar krijgen ze nu de rekening van gepresenteerd.
Ze worden gestraft voor hun klimaatmaatregelen!
Bedrijven overwegen zelfs weer op terug te gaan naar het gebruik van gas; dat is namelijk voordeliger geworden.
Dat is toch niet wat de Staatssecretaris, wat het kabinet wil?

Ik heb het nu steeds over bedrijven, maar daar blijft het niet bij.
Ook een basisschool ziet de lasten met 44% stijgen, bijna een verdubbeling!
En een academisch ziekenhuis.
Die mogen straks ook 159% meer ODE-heffing gaan afdragen.
Dat is niet uit te leggen voorzitter.

Ik roep de Staatsecretaris daarom ook op om het tarief in de derde schijf minder te laten stijgen.
Laten we het voor volgend jaar op 1,00 cent per KWh zetten.
Is de Staatssecretaris daartoe bereid?
We hebben de Staatssecretaris alvast geholpen, en hierover een amendement ingediend.
Het komende jaar kan dan gebruikt worden om de effecten van een verdere verhoging van de ODE-heffing in de derde schijf te onderzoeken.
Ook in het licht van het Klimaatakkoord.
En ga daarvoor in overleg met betrokken sectoren, om te kijken naar een goede verdeling van lasten.

Als SGP hebben we altijd gezegd dat klimaatplannen betaalbaar moeten zijn.
Daarnaast moet er ook draagvlak voor zijn.
Daarom ben ik ook blij dat er net voor het reces twee moties, bijna unaniem, zijn aangenomen.
Een motie van het CDA en een motie van de VVD.
Beiden gingen in op de noodzaak van het betrekken van het mkb bij klimaatplannen.
En om de mogelijke problemen die bedrijven ondervinden door het klimaatbeleid te monitoren.
Het is van cruciaal belang dat er draagvlak is bij bedrijven voor de klimaatplannen.
Het is van cruciaal belang dat bedrijven betrokken worden bij de uitwerking van klimaatplannen.
Mijn oproep aan de Staatssecretaris is dan ook: stel een deel van de tariefverhoging in de ODE-heffing voor een jaar uit.

Eenverdiener
Dan de eenverdiener.
Ik ben blij dat er steeds meer aandacht voor is in de Kamer.
Eenverdieners stemmen namelijk niet alleen maar op de SGP, voorzitter.
Hoewel, ik zou het wel willen; dan zouden we in één keer de op een-na-grootste partij zijn.
Maar dat zou dan wel weer jammer zijn voor de VVD, die dan 6 zetels in zouden moeten leveren.

Sinds 2009 wordt de overdraagbare heffingskorting afgebouwd.
In 2019 kon nog maar 661 overgedragen worden.
In 2020 zal dit nog maar 542 euro zijn.
Volgens mij is de korting inmiddels zo sterk verlaagd, dat iedereen die destijds wel kon, maar niet wilde werken, inmiddels wel een baan heeft.
Degenen die nog steeds eenverdiener zijn, kiezen daar vaak niet zelf voor.
Ze moeten zorg verlenen aan de zieke ouder, of zijn mantelzorger voor iemand in de straat.
Eergisteren was het de Dag van de Mantelzorg.
Voorzitter, die waardering verdienen ze!
De overdraagbare heffingskorting is voor een deel van die mantelzorgers zo’n waardering.
Ik zal daarom ook een amendement indienen om de afbouw van de korting te bevriezen.
Er rest nu nog een klein bedrag wat overgedragen kan worden.
Laten we dat zo houden, en het een zorgbeloning noemen.
Degenen die nu nog de zorgbeloning krijgen, zijn vaak mantelzorger of dragen op een andere manier bij aan de maatschappij.
En, als mooie bijvangst, wordt hierdoor ook eindelijk de kloof tussen één- en tweeverdieners niet wéér groter.

Box 3
Mijn derde punt gaat over box 3.
Er komt een nieuw voorstel.
Ik roep de Staatssecretaris op om alles in het werk te stellen om de nieuwe regeling in 2021 in te voeren. (-> motie?)
Daarnaast wil ik ook hier nogmaals benadrukken dat er goed gekeken moet worden naar de lastenverdeling tussen groepen.
Het kan toch niet zo zijn dat straks iemand die ruim 4 ton op zijn spaarrekening heeft staan, 0 euro belasting moet betalen,
en dat iemand die een appartement voor zijn studerende zoon gekocht heeft, opeens duizenden euro’s extra moet betalen.
Graag een reactie van de Staatssecretaris.

Afvalstoffenheffing
Volgend jaar zal er volgens de plannen een belasting op geïmporteerd afval worden geheven.
De gevolgen voor het klimaat zijn erg discutabel en vanaf 2022 is er geen opbrengst meer begroot.
De gevolgen voor afvalverwerkers zijn helaas niet zo gering.
Zij verliezen 24% van het afval wat ze kunnen verwerken.
Is de Staatssecretaris bereid, als de financiële gevolgen voor afvalverwerkers groot zijn, en ze mogelijk zelfs omvallen, de heffing te herzien? (-> motie?)
Hoe worden de effecten van de heffing concreet in de gaten gehouden?

Wet Bronbelasting
Onderdeel van het Belastingplan is ook de Wet Bronbelasting.
Een goede eerste stap om belastingontwijking tegen te gaan.
Of moet ik het een stapje noemen.
Ik heb namelijk wel twijfels over de effectiviteit als er gekozen wordt om als laag belast land, een land met een belastingtarief van slechts 9% te hanteren.
Als je het echt effectief wilt maken is volgens mij een hoger percentage nodig.
Oxfam Novib heeft berekend dat ontwikkelingslanden, mede dankzij Nederlandse belastingconstructies, ruim 100 miljard dollar mislopen aan belastinginkomsten.
Dat wordt door dit wetsvoorstel volgens mij niet anders; als dit bedrag wel afneemt door deze wet, hoor ik het graag.
Maar er zijn nog verdergaande stappen nodig.
Welke stappen gaat de Staatssecretaris de komende tijd concreet zetten om dit aan te pakken?

BPM
Mijn laatste onderwerp is de BPM, de belasting op nieuw verkochte auto’s.
Door een nieuwe methode waarmee uiteindelijk de BPM berekend wordt, veranderd deze belasting voor veel auto’s met ingang van 1 juli 2020.
Volgens de Staatssecretaris blijft het op macroniveau budgetneutraal.
Maar volgens een onderzoek van KPMG, blijkt weer dat het vanaf volgend jaar 200 miljoen extra kost voor autokopers.
En dan hebben we het nog niet eens over de stijging in de afgelopen jaren, die volgens het onderzoek zo’n 600 miljoen euro bedraagt.
‘Op macroniveau budgetneutraal’.
Het klinkt prachtig, maar zegt eigenlijk maar weinig.
Want het kan gewoon betekenen dat heel veel mensen die een nieuwe auto kopen er op achteruit gaan.
Met name bij kleine, zuinige auto’s zou de BPM flink gaan stijgen.
Budgetneutraliteit lijkt me een goed uitgangspunt.
Maar als dat er voor zorgt dat de lasten bij een kleine groep terechtkomt, is het niet wenselijk.

Ik heb hierover drie vragen:

  1. Kan de Staatssecretaris mij gerust stellen en aantonen dat de BPM-verhogingen niet slechts bij een beperkte groep auto’s terecht komt? Waardoor de lasten dus ook bij een kleine groep kopers terecht komt?
  2. Kan de Staatssecretaris aangeven hoeveel auto’s er volgens de berekening er procentueel op vooruit gaan en hoeveel procent er op achteruit gaat?
  3. En mijn derde vraag: kan de Staatssecretaris toezeggen dat hij eind 2020 met een overzicht komt, waarin de BPM-opbrengsten van het eerste, tweede en derde kwartaal aangetoond worden? Als de resultaten van het KPMG onderzoek kloppen, en er inderdaad veel meer wordt binnengehaald, kunnen we dan nog redelijk op tijd bijsturen.