25 juli 2019

Stemming VN riekt naar witteboorden-antisemitisme

Met behulp van landen als Iran, Saoedi-Arabië, Jemen en Pakistan beschuldigt de VN Israël van het schenden van vrouwenrechten. Ook Nederland stemde met die veroordeling in. Volgens SGP-Kamerlid Chris Stoffer maakt de VN zich steeds ongeloofwaardiger. Hij stelt  samen met andere partijen schriftelijke vragen.

In 2017 nam de Tweede Kamer nog een motie aan van Van der Staaij die de regering verzocht om actief stelling te nemen tegen eenzijdige VN-resoluties tegen Israël (motie Van der Staaij c.s., Kamerstuk 34 775 nr. 44). Deze week stelde de Economische en Sociale Raad van de VN dat Israël het enige land ter wereld is dat de rechten van vrouwen zou schenden.

“Hiermee maakt de VN zich steeds ongeloofwaardiger,” reageert Stoffer, “dit wordt keer op keer erger. Als je serieus genomen wilt worden, moet je alle schijn van partijdigheid vermijden en stoppen met dit soort eenzijdige veroordelingen van Israël. Juist landen als Iran, Saoedi-Arabië, Jemen en Pakistan hebben geen beste naam als het gaat om bescherming van rechten van vrouwen. Maar de VN gaat gewoon door met het veroordelen van Israël. Dit riekt naar witteboorden-antisemitisme. Nota bene met steun van Nederland.”

Het Kamerlid van de SGP dient daarom samen met andere partijen een reeks kritische vragen in bij minister Blok. Stoffer: “De regering handelt niet in lijn met de wens van de Tweede Kamer en de motie Van der Staaij c.s. We willen graag dat ze daar tekst en uitleg over geeft.”

Vragen van de leden Omtzigt, Stoffer, Voordewind, Koopmans, De Roon en Baudet aan de minister van Buitenlandse Zaken over uitvoering van de motie-Van der Staaij over eenzijdige resoluties bij de VN:
1. Kunt u bevestigen dat Nederland voor de resolutie “Situation of and assistance to Palestinian women” gestemd heeft in de Economische en Sociale Raad van de Verenigde Naties ?
2. Is er behalve deze veroordeling van Israel, nog enig ander land veroordeeld tijdens deze sessie voor het schenden van vrouwenrechten?
3. Kunt u aangeven hoeveel resoluties in de VN Mensenrechtenraad en in de Economische en Sociale Raad Israël veroordelen (in de afgelopen vijftien jaar) en hoeveel resoluties de vijf meest bekritiseerde landen veroordelen?
4. Hoe vaak is bijvoorbeeld de situatie van vrouwen in Saoedi-Arabië, waar vrouwen zonder hun ‘male guardian’ helemaal niets mogen, op de agenda geplaatst en hoe vaak is dat land veroordeeld?
5. Acht u dit proportioneel?
6. Hoe heeft de regering elk van de twee punten van de aangenomen motie-Van der Staaij c.s. (34775, nr. 44) uitgevoerd in de VN-organen waarin Nederland vertegenwoordigd is die de regering in 2017 opriep om:
(1) in VN-verband actief stelling te nemen tegen lidstaten in VN-organisaties die disproportioneel agenderen tegen Israël, en,
(2) zoals de Nederlandse regering eerder gedaan heeft, onrechtvaardige resoluties af te wijzen,
Kunt u bij beide agendapunten voorbeelden geven?