4 december 2017

Van der Staaij wil opheldering over anti-Israëlisch stemgedrag

Enkele weken geleden nam ons Parlement een motie aan van de SGP die ging over het stemgedrag binnen VN-organen. Dat voorstel beschreef dat de regering actief stelling moet nemen tegen het anti-Israëlsentiment dat aanwezig is bij VN organisaties zoals Unesco en de Mensenrechtenraad.

Eerder dit jaar stelde de UNESCO dat de Tempelberg alleen voor moslims een heilige plek is, iets wat voor Joden en christenen een klap in het gezicht was. Ook al eerder deed de UNESCO van zich spreken met uitspraken en resoluties die uiterst eenzijdig, en soms onjuist waren.

Nu is er opnieuw ophef over de opstelling van Nederland. Het lijkt in stemgedrag alsof ons land toch anti-Israëlmoties blijft steunen. De SGP heeft daarom opheldering gevraagd aan het Kabinet.

Schriftelijke vragen van het lid Van der Staaij over het Nederlandse stemgedrag inzake VN-resoluties aangaande Israël:

  1. Kent u het bericht ‘151 UN member states vote to disavow Israeli ties to Jerusalem’ over een resolutie binnen de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN) waarin, analoog aan de Unesco-resolutie van december 2016, de Joodse band met de Joodse heilige plaatsen in Jeruzalem wordt ontkend?
  2. Is de berichtgeving correct dat alle EU-lidstaten, dus inclusief Nederland, voor deze resolutie stemden, inclusief de landen die eerder binnen Unesco tegen de resolutie stemden of zich van stemming onthielden?
  3. Klopt het dat de Europese Unie (EU) de AVVN na de stemming heeft gewaarschuwd haar standpunt ten aanzien van dergelijke resoluties in de toekomst te wijzigen als de taalkeuze niet neutraler is? Aangezien dit impliceert dat de resolutie onvoldoende neutraal geformuleerd was, waarom heeft Nederland dan niet tegen gestemd?
  4. Kunt u aangeven welke andere resoluties binnen de AVVVN en andere VN-gremia in 2017 betrekking hadden op Israël, en wat daarbij het Nederlandse stemgedrag was?
  5. Hoe verhoudt het Nederlandse stemgedrag zich tot de aangenomen motie Van der Staaij c.s. van 2 november 2017, waarin de regering verzocht is actief stelling te nemen tegen lidstaten in VN-organisaties die disproportioneel agenderen tegen Israël, en onrechtvaardige resoluties af te wijzen?
  6. Welke maatregelen gaat u treffen om alsnog effectief uitvoering aan deze motie te geven?