13 februari 2020

VN-Mensenrechtenraad is hypocriet en eenzijdig

 

De VN heeft een zwarte lijst gepubliceerd van bedrijven die zakendoen in Israëlische nederzettingen. Daarmee wordt Israël door de VN opnieuw in de beklaagdenbank gezet, en dat door een Mensenrechtenraad waarin dubieuze landen als Pakistan, Somalië, Soedan, Venezuela en Libië zitten. “Deze raad is en blijft stelselmatig anti-Israëlisch. Deze hetze moet stoppen.”

Dat zegt SGP-kamerlid Van der Staaij. Hij spreekt van een ‘hetze’ tegen Israël en de bedrijven die op de lijst staan. “De mensenrechtenraad is ongeloofwaardig met leden die nota bene zélf een loopje nemen met de mensenrechten. Het is ronduit oneerlijk Israël iedere keer als de grootste boosdoener van de wereld neer te zetten. Die voortdurende hypocrisie en eenzijdigheid zijn stuitend. Aan Nederland de taak om dit aan de kaak te stellen.”   

Van der Staaij heeft over de zwarte lijst, samen met de kamerleden Voordewind (CU) en De Roon (PVV), aan de bel getrokken bij minister Blok van Buitenlandse Zaken. Nog los van de eenzijdigheid en hypocrisie, is zo’n lijst ook contraproductief, waarschuwt Van der Staaij. En: Nederland heeft uitdrukkelijk beloofd geen boycots van Israël te steunen. “Deze lijst leidt daar natuurlijk wel toe,” zegt het SGP-kamerlid. “Daar moeten we dus ondubbelzinnig afstand van nemen, ook in Europa en in de VN zelf.”  

    

 

-------------------

 

Schriftelijke vragen van de leden Van der Staaij (SGP), Voordewind (ChristenUnie) en De Roon (PVV) aan de minister van Buitenlandse Zaken over het bericht dat de VN een zwarte lijst gepubliceerd heeft van bedrijven die zakendoen in Israëlische nederzettingen

  1. Kent u het bericht “VN publiceert lijst van bedrijven met banden Israëlische nederzettingen”? (NOS, 12 februari 2020)
  2. Welke redenen liggen ten grondslag aan het op dit moment en op deze wijze publiceren van een dergelijke lijst door de VN Mensenrechtenraad?
  3. In hoeverre acht u deze redenen of argumenten valide?
  4. In hoeverre bent u het eens met het officiële narratief van de Raad dat het hier “geen juridisch oordeel over de activiteiten van de bedrijven” betreft?
  5. Deelt u de mening dat het hier minstens gaat om een sterke (internationaal-)politieke veroordeling en daarmee een bruikbaar handvat voor verdere BDS-initiatieven?
  6. Is het niet ongewenst een dergelijke lijst te maken gezien het feit dat het niet juridisch verboden is om zaken te doen in betwiste gebieden?
  7. In hoeverre vindt u het rechtvaardig en terecht dat deze lijst alleen het Israëlisch-Palestijnse vraagstuk betreft, en dat andere betwiste gebieden wederom ongemoeid worden gelaten?
  8. Wat zijn volgens u de (potentieel) negatieve effecten van publicatie van deze lijst voor de betreffende bedrijven, zoals Booking.com, bijvoorbeeld als het gaat om het in een kwaad daglicht stellen van deze bedrijven?
  9. Deelt u de mening dat bedrijven die actief zijn in de Palestijnse gebieden een belangrijke bijdrage leveren aan economische vooruitgang, werkgelegenheid, en waardevolle intermenselijke contacten, en daarom alle steun verdienen?
  10. Deelt u de mening dat publicatie van de lijst daarom juist contraproductief is of kan zijn als het gaat om perspectieven op vrede en verzoening?
  11. Beaamt u dat publicatie van deze lijst door de VN-Mensenrechtenraad, waar Nederland momenteel ook lid van is, in strijd is met het kabinetsstandpunt dat Nederland geen boycots tegen Israël steunt?
  12. Wilt u in VN-verband op ferme wijze afstand nemen van publicatie van deze lijst, en zich inzetten voor zuivering van de goede naam en faam van de betreffende ondernemingen?
  13. Zet u zich er daarbij voor in dat deze publicatie niet kan leiden tot resoluties van de VN-Veiligheidsraad?
  14. Wilt u genoemde zorgen over de publicatie van deze lijst delen tijdens de Raad Buitenlandse Zaken d.d. 17 februari, en hierover in het bijzonder het gesprek aangaan met EU-lidstaten die eveneens lid zijn van de VN-Mensenrechtenraad?
  15. Bent u bereid des te meer in te zetten voor het materieel schrappen van agendapunt 7 van de agenda van de VN-Mensenrechtenraad?