Artikel 23 grondwet

Nederland heeft gelukkig een bijzonder onderwijssysteem. In ons land zijn niet alleen openbare scholen die door de overheid in stand worden gehouden, maar ook scholen die door burgers, vaak ouders, zijn opgericht worden bekostigd (bijzondere scholen). Dat is een mooi en belangrijk uitgangspunt. Het geeft namelijk aan dat onderwijs een wezenlijk belang van ouders is, want het gaat om de opvoeding van hun kinderen. De betrokkenheid van ouders is belangrijk voor het onderwijs en de leerlingen. Die moeten we koesteren.

In de identiteit van bijzondere scholen schuilt hun kracht. Het is daarom vanzelfsprekend dat we bijzondere scholen ruimte bieden om hun identiteit te kunnen bewaren. Bijzondere scholen kunnen bijvoorbeeld eisen stellen aan leraren en leerlingen. Het zou een vreemde gang van zaken zijn wanneer scholen personen moeten toelaten die niet bij hun identiteit passen. Hoe kan de leraar het onderwijs dan geloofwaardig geven? Dergelijke dwang leidt tot niets anders dan slechte verhoudingen. De overheid zal de vrijheid van scholen dus moeten garanderen.
Voor de kwaliteit van het onderwijs moeten we niet allereerst naar Den Haag kijken. Natuurlijk, de overheid moet toezicht houden of de kwaliteit van elke school voldoende is. De daadwerkelijke verbetering en vernieuwing van het onderwijs ontstaan echter pas als leraren, schoolleiders en bestuurders voldoende professionele ruimte hebben. Daar moet de overheid dus bij uitstek voor zorgen. De overheid moet waken over het goede functioneren van het onderwijsstelsel. Dat betekent onder andere voldoende investeren in toereikende huisvesting en het zorgen voor de bekwaamheidsvereisten voor goede leraren.



Terug naar overzicht

Lid worden

Dankzij zo'n 30.000 SGP-leden, kunnen wij, landelijk en lokaal, een vuist maken in de politiek. Wil jij hier ook aan bijdragen?

Doneren

Is een lidmaatschap niet wat je zoekt, of je bent al lid? Ook financiële steun stellen wij erg op prijs.

Werk mee

Wil jij bijdragen aan het behalen van onze doelen? Bekijk dan de openstaande vrijwilligers- en vaste functies.